In de trein, in de wachtzaal van de dokter of de tandarts, bij een vriendin of thuis in de zetel wanneer ik nood heb aan rust ...
hoofdje 'uit', handjes draaien, knoopjes zaaien:
traag maar gestaag groeit daar dan een halsketting uit.
Patroon:
begin met de middelste rij (rode ringen): afwisselend kleine en grote ringen:
Kleine Ring: 4 p 4 p 4 p 4
Grote ring: 4 p 6 p (met 2 parels op) 6 p 4
Aanhechting telkens op de 1e en 3e picot.
Tussen iedere ring: een boog (blauwe draad): Boog: 5 p (met 2 witte parels op) 5
Nadien: onderste bogen (rode draad): Boog: 2 p 5 p (met 1 rode parel) 5 p (met 1 rode parel) 5 p 2
Aanhechting telkens op de eerste en laatste picot (en op het einde van de boog: hechten aan picot van kleine ring).
Nadien: bovenste bogen (blauwe draad) verbinden met een blauwe draad: telkens 4 knoopjes tussen, en dan aanhechten aan de plaats waar de 2 witte parels zitten.
Dit patroon is een aangepaste versie van het patroontje 'Karla' dat je kan vinden in het boekje 'Frivolité' van G. Blomqvist en E. Persson.